Het Bouwhuis rust op twee pijlers, kunst en delicatessen. Ze zijn niet los van elkaar te zien. Hoewel het totaal verschillende mediums zijn, zijn er ook overeenkomsten. De liefde en het vakmanschap zijn slechts voorbeelden daar van. Beide verrijken ze je leven om het maar duur te zeggen.

Wat betreft de kunst willen we werken met lokale kunstenaars die van het kunstenaarschap hun beroep hebben gemaakt. Mensen die iedere dag in hun atelier bezig zijn om zichzelf te verbeteren, om nieuw werk te maken vanuit een innerlijke drang. Om de grenzen op te zoeken van wat er mogelijk is met hun materiaal of de grenzen van hun verbeelding.  Daarbij stellen ze de verbeelding van de kijker op de proef. Alleen op die manier komen de kunstenaar en de kijker verder. Wat ons betreft is abstracte kunst de beste manier om dat te bereiken daarom richten we ons daarop. De verschijningsvorm kan verschillen maar de verbeelding aan het werk zetten is het doel.

‘Met andere woorden: elke dag opnieuw beginnen; jezelf op het eigen spoor zetten en stug doorwerken vanuit een overtuiging die groot is in het klein; solo durven zijn in de wetenschap dat allereerst een eigen harmonie en een zelf gestelde grens moeten worden gezocht.

Ook dat is in feite een politiek statement, eenvoudig en ongevaarlijk, maar zo waardevol voor het verkrijgen van meer begrip over menselijke mogelijkheden.’

 Jet Hogewind – grondlegger galerie het Bouwhuis